Op 10 mei 1940 begon voor West-Europa de Tweede Wereldoorlog. Door de aanval van Duitsland werden nu ook Nederland, België en Frankrijk betrokken in een oorlog. Nederland en België dachten door hun neutraliteit
gevrijwaard te worden van een oorlog, maar niets was minder waar. Nederland gaf zich na vijf dagen over; België legde op 26 mei de wapens neer.
Frankrijk had zijn Maginotlinie en zou zich tegen elke agressie verdedigen.
Op 12 en 13 mei brak het Duitse leger bij Sedan door het Franse front; dit betekende het begin van het einde. De Franse terugtocht kreeg een sneeuwbaleffect en verliep steeds chaotischer.
Zes weken later was de veldtocht afgelopen en hadden alle aangevallen landen zich overgegeven. Deze operaties staan bekend onder de naam "Fall Gelb". en "Fall Rot". Bekijk de illustraties voor alle ontwikkelingen rondom dit
operatieplan.
De Maginotlinie had een drievoudige functie:
Op vrijdagmorgen om 04.35 uur overschreden Duitse troepen de Luxemburgse grens. De kleine politiemacht van Luxemburg kon geen weerstand bieden aan deze Duitse overmacht en binnen
een dag was het land bezet. Het Franse spionagenetwerk dat volledig op de hoogte was van de Duitse bewegingen alarmeerde de staf van het 3de Leger. Door een slechte communicatie kwam
de alarmmelding te laat door en een Franse cavaleriedivisie arriveerde pas rond 08:00 uur in Luxemburg om de Duitse aanval te stoppen. Deze actie had geen succes en de Franse eenheden trokken zich uiteindelijk terug achter de Maginotlinie.
Om 05.00 uur rinkelden de telefoons in de commandopost van Fermont onophoudelijk; "Alarm, oorlog"; de meldingen stroomden binnen.
Om 07:00 waren alle ouvrages en kazematten in de ondersector Arrancy, die grensde aan de Belgische en Luxemburgse grens in staat van alarm en gevechtsklaar. De hefkoepel van blok 1 was schietklaar en alle commandoposten waren 24 uur per dag bemand.
De ontbrekende officieren en soldaten kwamen dezelfde dag naar het ouvrage, zodat de bemanning op volledige sterkte was.
In de loop van de dag en tot ver na middernacht trokken honderden vluchtelingen vanuit België en Luxemburg langs Fermont. Voorzover mogelijk werden deze mensen voorzien van koffie, dekens, enz. Deze actie was niet
helemaal van gevaar ontbloot, want het ouvrage kon elk moment in actie komen.
De kleine vredeskazerne werd ontruimd en alle officieren moesten nu in de ondergrondse kazerne eten en slapen. In de loop van de morgen vuurden de hefkoepels van Ouvrage Bréhain hun
eerste schoten af. Duitse vliegtuigen beschoten de Franse posities. Een vrachtauto met munitie werd getroffen en men besloot om dergelijke transporten alleen maar 's nachts te laten plaatsvinden.
Om 8:03 uur vuurde de hefkoepel van blok 1 zijn eerste schoten af richting Longwy. Er was weinig schade, maar de Duitsers wisten nu dat ze gevolgd werden. Om 10:49 uur volgde een nieuw salvo, dat echter onderbroken
werd door een storing in de munitieaanvoer.
Na de opmars door Luxemburg stuitte de Duitse 17eInfanteriedivisie op de versterkte positie van Longwy. Deze stad was belangrijk vanwege de ijzermijnen en de industrie er omheen. Door de
geografische ligging,een gebied met heuvels en diepe dalen, was deze positie nauwelijks te verdedigen. In 1929 had Maarschalk Pétain dit al geconstateerd, zodat de hoofdlinie ten zuiden van Longwy werd getrokken.
Longwy werd nu verdedigd als een vooruitgeschoven positie door veldtroepen.
Op 12 en 13 mei slaagden de Duitse troepen erin om de vooruitgeschoven positie van Longwy te elimineren. Na een aantal felle gevechten trokken Franse troepen zich in de nacht van 13 op 14 mei terug achter de Maginotlinie. In de volgende dagen
tastten Duitse patrouilles de linie af om de sterkte te onderzoeken. Hier en daar vonden schermutselingen plaats tussen de patrouilles van beide zijden. Beide partijen onderzochten waar de tegenstander zich bevond en hoe sterk die was.
In de nacht van 15 op 16 mei werden de bemanningen van Fermont en Latiremont behoorlijk op de proef gesteld. Wat was er aan de hand?
Alle waarnemers van Latiremont waren gespannen door de gebeurtenissen van de afgelopen dagen. Ze wisten niet exact waar de vijand zich bevond en wanneer hij ging aanvallen. Gespannen keken ze in het nachtelijke duister; elk geluid, elke beweging was verdacht.
Rond 23:00 uur barstte er een artilleriebeschieting los en tegelijkertijd vlogen er vliegtuigen over het ouvrage. De conclusie was snel getrokken: Latiremont onderging een luchtbombardement.
De artilleriecommandant stelde zijn collega in ouvrage Bréhain op de hoogte en vroeg om artilleriesteun voor een op handen zijnde infanterie-aanval. Om 23:15 uur waarschuwde de commandant van de artillerie van Bréhain de artilleriecommandant van de
sector, die de veldartillerie onder zijn hoede had, met de mededeling:"Latiremont meldt een luchtbombardement. Men verwacht een aanval op korte termijn."
Dit bericht was zo belangrijk dat het meteen werd doorgegeven aan de inlichtingendienst van het Legerkorps, die het direct meldde aan de Generale Staf. De dienstdoende officier nam meteen zijn
maatregelen en gaf een inlichtingenofficier opdracht om de nodige maatregelen te treffen om aan het verzoek van Latiremont te voldoen.
Op het bureau Operaties, waar de nodige bevelen terechtkwamen, heerste enig wantrouwen.
Een officier nam contact op met Latiremont en kreeg de mededeling:" Ja, er zijn vliegtuigen geweest, maar geen luchtbombardement. De vijand heeft echter een aanval ondernomen
in de interval tussen Latiremont en de kazemat Praucourt. Hij is echter teruggeslagen."
Ondertussen was de artilleriebarrage al losgebarsten. Blok 1 en Blok 4 van Fermont evenals een aantal
kazematten namen deel aan deze beschieting. Na wat heen en weer gepraat tussen commandanten die vonden dat hun bevelen moesten uitgevoerd worden omdat ze
volledig op de hoogte meenden te zijn van de gebeurtenissen, nam Generaal Boell, commandant van de 51e Infanteriedivisie, contact op met
met twee van zijn officieren, die ter plaatse waren. Deze meldden dat er weliswaar wat geschoten werd, maar dat er verder niets bijzonders aan de hand was. Om 01:30 uur kwam er nog een melding dat er
parachutisten geland zouden zijn op Latiremont. Generaal Boell vernam van zijn officieren, dat ze al een uur lang buiten zaten, maar geen enkel vliegtuig hadden gehoord.
Rondom 03:00 uur keerde de rust weer. Koelbloedigheid was deze nacht niet het sterkste punt bij de betrokken officieren.