|
|||
zoekmachine door freefind |
Na de discussies over het al of niet opnemen van Longwy binnen de verdedigingslinie, werd het geplande projekt van 25 augustus 1930 ter hand genomen. Op 2 september 1930 werd in
Longuyon een "chefferie" van de genie geïnstalleerd. Dit was eigenlijk de tekenkamer waar aan de hand van de richtlijnen van de CORF de definitieve tekeningen en planning voor de te bouwen gevechtsblokken, ingangen en de ondergrondse structuur
gemaakt werden. Tijdens de bouw hielden de officieren van de "chefferie" toezicht op de werkzaamheden.
Op 14 januari 1931 werd het initiële projekt voorgesteld en daarna besproken; op 2 maart 1931 hechtte minister André Maginot er zijn goedgekeuring aan. Na een aantal wijzigingen
in dit plan resulteerde het in een voorstel van 24 april 1931; dit werd op 22 mei 1931 door de minister van oorlog goedgekeurd. In een eerste bouwronde zouden twee ingangen en zeven gevechtsblokken gebouwd worden; in een tweede bouwcyclus moesten dan nog
twee artillerie- en twee infanterieblokken volgen.
In mei 1931 begon de firma Allary uit Parijs met de bouw. Er werden bouwschachten gemaakt, van waaruit men de galerijen ging uitgraven. Hierna werden de houten bekistingen
gemaakt en kon het betonwerk beginnen. Alle materiaal, dat vrij kwam bij de uitgraving, werd via de schachten van beide uitgangen naar buiten getransporteerd en aan de rand van de doorgaande weg
gestort. Na 1977 werd deze plaats geëgaliseerd en aangelegd als parkeerplaats voor de bezoekers.
De bouwfirma zette 600 arbeiders in, die niet alleen uit de buurt kwamen (mijnarbeiders) maar zelfs uit het
buitenland (Italië en Spanje). Veel van deze arbeiders trouwden met een meisje uit de streek en bleven er wonen. Tijdens de crisisjaren (1939-1940) was het heel normaal,dat groepen bouwvakkers door heel Europa trokken en werk zochten. Ook in die tijd waren er al gastarbeiders.
Na 19 maanden bouwen waren de werkzaamheden als volgt gevorderd:
voortgang van de werkzaamheden op dinsdag 10 oktober 1932 | ||
onderdeel | schacht | blok |
blok1 | nog niet begonnen | nog niet begonnen |
blok 2 | bezig met metselwerk | constructie bouwput |
blok 3 | metselwerk klaar | betonwerk klaar |
blok 4 | nog niet begonnen | nog niet begonnen |
blok 5 | metselwerk klaar | bouwput klaar |
blok 6 | metselwerk klaar | betonwerk gereed |
blok 7 | metselwerk klaar | betonwerk gereed |
Munitie-ingang | nog niet begonnen | nog niet begonnen |
Manschappeningang | nog niet begonnen | konstruktie bouwput |
Kazerne | nvt | metselwerk in volle gang |
Elekt. centrale | nvt | metselwerk is volle gang |
hoofdgalerij | nvt | metselwerk vanaf de elektrische centrale tot aan werkput o-bis gereed |
Vanaf 1934 werden de elektrische installaties en telefoonverbindingen aangelegd, gevolgd door het installeren van de ventilatie. In de munitiemagazijnen (M1, M2 en M3) en diverse blokken werd de monorails
geïnstalleerd. Met behulp van loopkatten en takels moest het transport van de caissons met munitie plaatsvinden.
Nadat de lift(en) in een blok waren aangebracht, kon de bewapening worden gemonteerd.
Vanaf 26 februari tot 2 maart 1935 kwamen de eerste militairen van het 168e Regiment Vestinginfanterie (RIF) in Fermont en maakten ze kennis met alle installaties en de bewapening.
De artilleriebewapening moest ingeschoten worden en de burgemeesters van de omliggende dorpen werden dan door het leger op de hoogte gesteld dat er schietoefeningen zouden gaan plaats vinden.
Op 30 juli 1935 vuurde de hefkoepel van blok 1 zijn eerste schoten af, gevolgd door de mortierkoepel van blok 5, die op 8 oktober zijn eerste proefschoten afvuurde. Beide koepels waren nu ingeschoten en
klaar voor aktie.