|
|||
zoekmachine door freefind |
Toen de Tweede Wereldoorlog afgelopen was, ging de legerleiding nadenken over de toekomst van de Maginotlinie. Deze was ontworpen tegen een aanval van Duitsland. Maar Duitsland was definitief verslagen en het communistische Rusland was ver weg.
Een directe dreiging was niet aannemelijk.
Door de technische ontwikkeling op het gebied van bewapening en gevechtstechnieken was de Maginotlinie achterhaald; het Franse leger was veranderd en wilde niets meer te maken hebben met het leger van 1940.
De vraag was nu: wat te doen? Afstoten was een kostbare kapitaalsvernietiging. Maar het herstellen van iets dat technisch achterhaald was, zou enorme kapitalen vergen en deze kredieten waren er niet in 1945. Voorlopig werd alleen onderhoud gepleegd waar nodig en de Genie ging allereerst
een inventaris maken om daarna de prioriteit van de herstelwerken op te stellen.
onderdeel | in dienst in 1940 |
werkend in 1945 |
werkend in 1974 |
werkend in 2014 |
Hefkoepel 75mm | ||||
Hefkoepel 81mm | ||||
Mitrailleurhefkoepel | ||||
Liften | ||||
Dieselgeneratoren |
Reeds in 1945 hadden de mitrailleurhefkoepels van Ouvrage Fermont geen bewapening meer en in blok vier stonden nog twee van de drie kanonnen.
Bij blok 1 ontbraken de kulassen.
In 1947 werden de belangrijkste herstellingen uitgevoerd en vanaf 1948 kwamen er kredieten beschikbaar voor meer werkzaamheden. Er ging een burgerfirma aan de slag om de waterdichtheid van de hoofdgalerij te herstellen. Riolen werden hersteld en gaten in de muren geboord om de waterafvoer te verbeteren. In 1949 werd de elektriciteitscentrale verder in orde gebracht, zodat het ouvrage weer zelfvoorzienend was. Voor elk groot ouvrage waren twee motoren voldoende en het overschot werd verdeeld tussen andere ouvrages. Eén van de vier motoren werd gedemonteerd; de generator ging naar Ouvrage Latiremont; de motor kwam terecht in ouvrage Rochonvillers.
Tijdens de bombardementen was gebleken dat de luchtdruk voor problemen zorgde bij de in- en uitlaten van de ventilatie.
Deze waren niet voorzien van terugslagkleppen. Men dacht dit probleem op te lossen door verse lucht aan te zuigen en vervuilde lucht af te voeren via de rondom een blok aanwezige bescherming van stenen. Bij blok 7 werd vanaf 1949 tot 1951 een experiment uitgevoerd, dat weliswaar goede resultaten boekte, maar dat verder niet tot uitvoering kwam.
In 1953 kwamen er internationale spanningen, die de aanleiding waren voor de Koude Oorlog. Een aanval uit het oosten behoorde nu tot de reële mogelijkheden. Het plan werd geopperd om de kanonnen in de kazematten te vervangen door 105mm geschut. Dit hield in dat schietgaten, bepantsering en schietkamers aangepast moesten worden. Plannen werden ontworpen en getekend, maar kwamen verder niet tot uitvoering.
Vanaf 1954 werd verouderd of ontbrekend materiaal, zoals optiek en communicatiemiddelen vervangen. In Fermont werden alle artilleriestukken gedemonteerd, schoongemaakt en nagekeken en daarna weer gemonteerd op hun oorspronkelijke plaats. De twee lopen van de hefkoepel van 75mm werden vervangen door gloednieuwe exemplaren. De infanterieblokken werden niet meer herbewapend.
Ook de buitenkant werd onder handen genomen. In 1954 werd het dak van blok 1 hersteld. In de winter van 1955/56 begon een bouwfirma aan het herstel van blok 4. Alle beschadigingen werden verwijderd, beton werd waar nodig hersteld en er kwam een nieuwe buitenlaag. Bij deze werkzaamheden bleek dat er nog een niet ontplofte granaat in de muur zat. De Genie zag geen kans om deze te verwijderen en de werkzaamheden werden voortgezet. Tot op heden zit er dus een niet ontplofte granaat in de muur van blok 4.
Na het herstel van blok 7 was het de beurt aan het dak van de munitie-ingang. Met behulp van een geleende bulldozer verwijderde de kleine bouwfirma de laag grond op het blok. Er werd een nieuwe betonlaag en laag bitumen aangebracht om de waterdichtheid te garanderen. Om onbekende redenen werd de grondlaag niet opnieuw aangebracht.
Tot 1958 werd de linie gerepareerd en ten dele gemoderniseerd, maar de steeds heviger wordende Algerijnse burgeroorlog kostte veel geld en er waren geen kredieten meer beschikbaar voor verder herstel. Tevens was Frankrijk op weg om een kernmacht te worden en dit was belangrijker dan de Maginotlinie. Het hele onderhoud door de Genie werd in de loop der jaren afgebouwd. Rondom 1966 werd veel materiaal uit de ouvrages gehaald en opgeslagen. Het werd het begin van het einde. Via de Domeinen werden kazematten, kleine ouvrages, abri's en waarnemingsposten aan particulieren verkocht. Deze sloopten vaak hun eigendom leeg voor de verkoop en lieten dan een leeg karkas achter. Maar ook de wat minder scrupuleuze "toeristen" haalden heel wat materiaal weg om te verkopen of als souvenir te bewaren. Het waren de zwarte jaren van de Maginotlinie; ook veel ander militair materiaal (kanonnen, voertuigen, vliegtuigen) werden gesloopt in plaats van er een exemplaar van te bewaren. Gelukkig ontkwam Fermont aan dit trieste lot.
Dankzij de schrijver Roger Bruge(1926-2009) kwam de Maginotlinie in de belangstelling te staan en kreeg ze de waardering die ze verdient.
Drie boekdelen waren het begin van een reddingspoging om dit Franse erfgoed te bewaren. Er kwamen sporadische bezoeken op gang, maar het grote publiek was er nog niet. In 1973 kreeg George Maistret, directeur van een mijn in de omgeving, na een bezoek aan het ouvrage Simserhof, het idee om Fermont open te stellen voor het publiek. Maar voordat het zover was, moest er eindeloos onderhandeld worden met verschillende ministeries en het leger. In 1975 werd een stichting opgericht die het ouvrage ging beheren en zich tot doel stelde om van Fermont een museum te maken en voor het publiek op te stellen. Uiteindelijk werd op 11 juni 1977 Fermont officieel geopend en kon het publiek kennis nemen van de Maginotlinie en zijn ouvrage.
In 1997 werd het 20-jarig bestaan gevierd.